E. du Perron
aan
Menno ter Braak
Parijs, [5 juni 1936]
Parijs, Vrijdagavond.
Beste Menno,
Wat kan men toch rare ontdekkingen doen, tot onder zijn beste vrienden! Ik schreef Jan (die het erg onaardig van je vond dat je hem niet gewaarschuwd had op welk uur je langs Brussel kwam, want hij had je graag 2 × 20 minuten - of althans 1 × 20 minuten, aan het station gesproken) - ik schreef genoemden Jan hoe ik ongeveer over zijn Critische Vlugschriften dacht, en lacy! zou hij zelf zeggen, ziehier het antwoord dat ik kreeg.
Ik heb hem nu uitgebreid geantwoord, ook om van mijn onbegrijpen in dezen te getuigen.
Varangot is prachtig en wat hij gebrouwen heeft, kan ik uit je beschrijving voor me zien, met details en al. Ik geloof dat deze scribent het slachtoffer is van twee menschen die te veel in hem zagen (zien) en hem te veel wilden (willen) helpen: eerst jij en nu Jan. Ik zou als ik jou was niet aan hem maar aan Jan antwoorden wat je van het opus denkt, gegeven dat Jan toch de promotor is geweest van deze heele onderneming. Als zooiets ook niet neerkomt op een collectie van het peil van de Critische Vlugschriften, dan alleen door het genie dat sommige van de deelnemers zullen blijken te bezitten!
Alain heeft hier net een kop thee tusschen mijn paperassen omgegooid, wat mij veel ontneemt van mijn lust tot epistoleeren. Ik stuur je dit naar Bilthoven, met de groeten voor Simon en juffrouw De Broo.
Zeer benieuwd naar je stukken, zoowel over Ter Braak van Eibergen als over de twee nonna's van de medicijnen en de verdwaalde patrouille.
Ik hoop ook nog door jou van Tissing te hooren; ik begrijp eig. niets van zijn zwijgen en zou in ieder geval opheldering hierover willen hebben, ook als hij mij misschien liever ‘niet meer kent’.
Amuseer je, en heb met Ant veel vriendschap van ons beiden.
je
E.
Origineel: Letterkundig Museum, Den Haag