tendeel er volkomen uit te krijgen! Er is zelfs iets, dat me positief doet gelooven, dat je daar een soort intellectueele ‘missie’ vervult, die je hier ontgaan zou hebben, omdat je manier van polemiseeren in Indië precies het klankbord vindt, waar ze recht op heeft. Dat 90% misschien planters en prollen zijn, doet niets ter zake. Zoo'n campagne als tegen Zentgraaff is een van die gevallen, waarbij een zuiver gevoel van ‘menschelijke waardigheid’ op het gebied van de ‘practische politiek’ wonderen kan doen. Ik merkte aan Binnerts wel, hoezeer je daar de menschen van eenig niveau bezig houdt. - Het boek van Bruning is uitgegeven door Meulenhoff. Bij een herlezing hinderden mij wel de krampachtigheden, die zulke afstammelingen van paapsche gezinnen niet gemakkelijk kwijt schijnen te kunnen
raken; maar de inzet is goed, en bovendien moedig, want de man wordt door zijn geloofsgenooten natuurlijk als een melaatsche behandeld. Daarom alleen al verdient hij een serieuze critiek in het Bat. Nwsbl. - Tot mijn onuitsprekelijke verbazing is het eerste no. van Ce Vice Impuni, la lecture, het blad van Gans, verschenen!! En het is heel aardig! Benieuwd, of hij het volhoudt.- Voor K. en O. zal ik schrijven, zoodra ik tijd heb. Laat me er even over nadenken. - Ik voel me gelukkig weer wat stabieler worden, vermoedelijk ook, omdat het niet meer zoo idioot druk is als in November en December. Adriaan v.d. Veen zit nu ook op de krant, en hij schijnt goed te bevallen. Een aardige, eenvoudige jongen; hij schreef pas een uitstekende novelle, die alles overtreft wat hij tot dusverre presteerde. Verder is een heel sympathieke eerste aflevering van Werk, het jongerentijdschrift, verschenen. Ook een uitgave van ‘Robbie die aan de highbrows moet wennen’; vraag hem om toezending, om er in Indië wat over te schrijven! Dit nummer is heusch de moeite overwaard (Hoornik, Vasalis, een onbekende: Lehmann, 18 jaar, heel curieus! er is weer een jonge generatie!).
En nu nog een nieuwtje: Jan is officier in de Orde van Oranje-Nassau geworden! Ik schreef hem: ‘de eeuwige vijand is d'onsterflijke sergeant.’ Maar hij heeft me al een apologie van het lintje gestuurd, dat hij natuurlijk heelemaal niet au sérieux