1108. E. du Perron aan M. ter Braak
Bandoeng, 30 Dec. '38.
Beste Menno, Van harte met Ant en ook door Bep het beste toegewenscht met 1939! Inderdaad, het is een raar moment om eraan te gelooven, - om te gelooven dat we er niet aan zullen gelooven, bedoel ik, - maar daarom juist, met des te meer kracht wenschen kunnen we altijd. Ik vraag me af: zullen we elkaar dit jaar terugzien? Dat hoort toch wel tot het beste wat ik kan wenschen.
Héél veel dank voor wat je klaargespeeld hebt met Leopold. En ik zegen het gunstige oogenblik, waarop ik mijn bevestigend antwoord aan H. en W. binnenhield om jou nog even om raad te vragen. Wschl heeft die brief de jouwe gekruist, maar hier is de brief van Leopold dan, en hij biedt ƒ 400. voorschot tegen v. H. en W. ƒ 100. Ik heb dus aangenomen en een langen brief teruggestuurd in antwoord op allerlei voorstelletjes (detailkwesties) van hem. In hoofdzaak zijn we, geloof ik, accoord. Ik ben èrg blij met dit geval!
Z. heeft geen valsche brief van je geproduceerd, maar in zijn lullige antwoord, dat ik je nu al zond, heeft hij het over je ‘neigingen en aard’, en als je 't stuk vullis kent, weet je dat hij tracht te insinueeren dat je een ‘vuile pederast’ bent (behalve natuurlijk een ‘vuile communist’.) Maar je bent mijn ‘beschermer’, ik ben toch een heel stuk vuiler! Dat ik ook pederast ben - zooals jij en Vestdijk - heeft noch hij noch zijn bandoengsch personeel tot dusver geinsinueerd, maar dat komt omdat ik niet ver af genoeg zit. Over Vestdijk stond het in dat Licht met nagenoeg zooveel woorden.
Ik heb over 2 of 3 dagen een vergadering met mijn vriendjes de democraten en zal zien tot hoever hun strijdvaardigheid gaat. Ik ben bang: niet heel ver. Ik heb maar één vent ontmoet, hier in Indië, die ik als strijdkameraad absoluut vertrouwen zou, die werkelijk een vechter is, al heeft hij zijn gekke kantjes en al is zijn ‘zaak’ de mijne niet: D.D. Maar al die democraten gaan zoover als ze gaan. Spoedig meer.
Denk niet teveel over dit alles; hier lijkt het wat, maar het is