niet lang zouden hebben gewacht, als er een relletje uit te maken was.
Dat ik den brief in quaestie nog niet verscheurd had, is begrijpelijk: ik wilde hem bewaren, totdat ik het dossier D.D. gelezen had.
En nu aangenomen het ergste en onwaarschijnlijke geval: de brief is in verkeerde handen gekomen. Dat zou beroerd zijn, maar ik geloof noch voor D.D., noch voor jou, noch voor mij het allerergste. Ik denk, dat, wat je mij over de gezindheid van D.D. schreef, grootendeels geen nieuws voor de autoriteiten zal zijn. Jouw houding is uitgesproken anti zijn streven, volgens den brief. Dat je moeite wilt doen zijn boek in Holland uit te geven, is gelijkelijk bezwarend voor jou en mij, maar in laatste instantie blijkt uit den brief duidelijk, dat het hier om sympathie voor de persoon en niet voor de zaak gaat. [Dat is erg genoeg, ik weet het, maar je stuk over Lebak zal in zekere kringen ook al reden zijn voor verdachtmaking, reken daar maar op!] Ik veronderstel dit alles even, hoewel ik er niet aan geloof, dat het ‘actueel’ zal kunnen zijn. Met dat al, ik heb er ernstig de pest over in, en zal in het vervolg nog meer aanteekenen dan ik tot dusverre al deed.
Deze quaestie beneemt me zelfs alle lust ditmaal over iets anders te schrijven. Ik trek het me aan, en voel me beroerd, dat zelfs de mogelijkheid van zooiets nu kan worden verondersteld. In een volgenden brief dus over andere dingen. Alleen nog een paar practische aangelegenheden. 1e Ik zond je per luchtpost een nummer van Het Vad., waarin je artikel over Lebak. De andere 10 volgen per mail. Het stuk heeft zeer de aandacht getrokken, en het is ook uitstekend. 2e Je brief over Waakzaamheid was overbodig. Er zit geen enkele Stalinist in het Comité, preciezer: geen enkele bij de C.P.H. aangesloten partij-communist. Zelfs hebben wij de brochure van Snethlage ingetrokken, omdat deze (geen lid van het comité) in den reuk van ‘Stalinistische gezindheid’ staat. 3e de ex. van ons interview zijn niet meer voorradig, maar ik tracht ze toch te krijgen door ze op te sporen bij de zendingen, die uit de kiosken terug zijn gekomen. 4e Freuds Selbst-