898. M. ter Braak aan E. du Perron
Den Haag, 3 Jan. '36
aant.
Beste Eddy, Door het heen en weer geren om ende bij de feestdagen kan ik vandaag pas op je brief antwoorden (hij werd me nagezonden). Ik vrees wel, dat de termijn van invitatie wat kort is voor die bijeenkomst, en dat de menschen, die je aanschreef, zich niet tijdig kunnen vrijmaken. Ik zelf kan onmogelijk weg, nu ik pas voor een week ben uitgeknepen; jammer! Een maand of twee later, en ik was zeker gekomen! Misschien kan Romein weg, hij heeft, meen ik, geen vaste betrekking, met daguren. De N.S.B. had ± 8% van de stemmen, zeer ongelijk verdeeld overigens over de provinciën; in Friesland b.v. maar 1%, in Zuidholland (den Haag!) 11%. Maar ik geloof, dat de actie van de Italianen hun geen goed doet. De smeerlapperij bij Dolo heeft hier ook veel kwaad bloed gezet. Wat een paradoxaal gedoe overigens, het schenden van deze spelregels, die plotseling zoo onaantastbaar menschelijk zijn! En toch, het is zaak om dit vuurtje aan te stoken! Het Roode Kruis is een toegangspoort tot het burgermansgeweten.
Ik las met veel plezier je stuk in De Sleutel over het ‘gebundelde volk’. Onderschat de beteekenis van dit soort verklaringen niet, waar je ze vanzelf niet overschat! Het groote verschil tusschen Duitschland en Nederland is, dat de studenten tot dusverre bij ons in de oppositie gaan (meer en meer) tegen het nationaalsocialisme. Je stuk was propagandistisch, maar niettemin heel zuiver, (beter geschreven, in dit genre, dan je dialoog over het pacifisme in dat almanakje). De N.S.B. kan er niets op terug zeggen, behalve dan hun gewone kletspraat natuurlijk.
Ik ben weer aan het schrijven; en toch heb ik de dialoog vastge-