dan uit alles dat hij doodsbenauwd is om zijn geld heelemaal kwijt te raken; want hij is physiek niet sterk, en les geven is ook niet leuk, enz. Maar... al je geld verliezen is tòch niet zoo ‘erg’; o, neen, alleen maar ‘zuur’. En als je dan verder praat merk je dat de mossel al klaar staat tot alle smeerlapperijen, onder het motto dat je sommige dingen moèt doen (bv. tegenover je vrouw en kinderen) en dat die noodzakelijkheid van de smeerlapperij weer een hoogere moraal maakt.
Tenslotte haalde hij er het christendom bij en zelfs het voorbeeld van Christus, - zoodat ik heelemaal bokkig werd en hem verteld heb dat ik deze heele manier van redeneeren beschouwde als het type van de hypokriete levensbeschouwing, en dat ik iemand die tot smeerlapperij verplicht was, nog altijd hooger aansloeg als hij dat als smeerlapperij erkende, dan als hij zich op de borst begon te slaan met het praatje dat hij nu aan de hoogere moraal toe was. Hij was het natuurlijk heelemaal oneens met mij en zei dat hij zoetjesaan weg moest omdat hij pijn aan zijn keel kreeg van het discussieeren. Als het niet zoo'n verlegen lul was, zou ik hem gezegd hebben dat ik hem niet geroepen had; nu heb ik me alleen maar ongerust betoond over het les geven dat hij zou moeten doen met een zoo delicaat instrument. Ik heb hem een goedkoop restaurant in de buurt gewezen en zijn koffie betaald, want ik ben au fond een goeie kerel, ik ook, op mijn manier. Hij zou me misschien nog eens opbellen, als zijn keel het experiment aandurfde. Ik hoop dat hij het niet doet, maar anders: soit.
Ik vraag mij alleen af waaròm zulke lieden - laatst Halbo Kool en nu weer deze Otten - mij eig. willen spreken. Het is evident, en het blijkt uit iedere regel die ik schrijf, dat ze niets met mij te bepraten hebben. Bep denkt dat hij nu in Rotterdam kan gaan vertellen dat hij ‘een flitsend gesprek’ met mij heeft gehad, waarin hij ‘dien du Perron toch de waarheid gezegd heeft’; - ik geloof het niet eens, en als het zoo was zou het me niet kunnen schelen. Maar ik begrijp werkelijk niet waar het plezier gezocht moet worden, niet alleen voor mij, maar voor hen zelf, van ontmoetingen als die van daarnet.