Briefwisseling 1930-1940. Deel 3

685. E. du Perron aan M. ter Braak
Parijs, Donderdag. [18 Oktober 1934]

aant.

B.M. - Die enquête is allesbehalve helder gesteld en de 2 vragen zijn eig. dezelfde. Maar morgen stuur ik antwoord + het panopticum. (Ik had wel stof voor 4 panopticums, maar soit.) - Ge-

[p. 51]

lukkig dat je de aanteekeningen goed vond; ik zal nu overgaan tot uitwerken van wat ik schreef gedurende Stavisky. De copy krijg je dan in December. - Voor Q. moet ik beslissen (in Dec.) of ik Ducroo geef of niet. Zal wel lukken. - Ik schrijf vandaag aan J.v.N. over die ‘weggeraakte’ copy, dus hoef jij het niet te doen. Maar kijk nog even precies na òf hij jou die copy niet al eerder zond, want hij is nogal precies in gewone omstandigheden. - Het stukje van Van Uytvanck voor Nikli is fraai. Zeg Vestdijk dat ik spoedig antwoord, als ik het kwatrijn van Pia terug heb, aan wien ik het nu zond. Ik verwacht het iederen dag. Kan je me Orient Express na lezing ook nog even sturen? Kan ik je plezier doen met een geb. ex. Dumay? want we hoeven het hier niet dubbel te hebben.

Hart. groeten van je

E.

Schrijf Q. als je S.M. niet gauw krijgt.