in Forum is dat absoluut onmogelijk, vanwege ‘de paragraaf’. Ik zal hem schrijven over dat artikel; daarvoor is hij zeker de man, veel meer dan Antonini. - Naar Kramers (die ik over Gans opbelde) mij zei, heeft Last niet op de barricaden gestreden, maar uit een raam een redevoering gehouden tot de populatie; nu was hij vermoeid en aan het uitrusten van de revolutie.
Marsman schijnt mij verkeerd begrepen te hebben. Ik schreef hem, dat ik geen basis voor correspondentie meer kon vinden en op een mondeling weerzien zou wachten. Ik heb inderdaad schriftelijk minimaal weinig contact met hem, ook als hij hier is; in een gesprek daarentegen ‘ligt’ hij me volkomen. Waarom dan briefjes forceeren, terwijl ik toch al zooveel te pennen heb? Ik schrijf alleen brieven, als ik er iets in kan zeggen. Forum heb ik hem laten zenden, maar ik kan hem onmogelijk alle nummers sturen zonder ze zelf te moeten betalen.
Misschien kom ik even in Brussel, maar ik kan het nog niet zeker zeggen. Mijn geld is erg schaarsch, ik kan maar niet uit mijn schulden komen. Zend me in ieder geval je adres daar.
Nu nog over je vorige brieven; ik zie, dat ik weer slecht geschreven heb en kan me alleen excuseeren door het ‘handwerk’, dat me soms van al het andere afhoudt, wat met de pen in verband staat. Je twee panoptica heb ik laten zetten; ook Theun dus, die toch erg aardig is. Misschien was mijn antwoord aan dezen jongen man te clement; maar ik ken hem nu eenmaal persoonlijk en had de behoefte hem in een brief tenminste als nog een soort mensch te beschouwen. In de litteratuur ken ik hem niet meer. Jullie voorstel over den J.L.-prijs was zeker amusant, maar als je nu deze lieden eer wilt bewijzen, moet je het doen door zulk een permanente aandacht! Het lijkt me een epistel, dat een paradox moet blijven! Ik zelf zou werkelijk niet de energie hebben om aan de ‘prijzen’ en de natuurlijk ook noodige ‘motiveeringen’ tijd te besteden. Aan de heeren zelf is toch alles verknoeid, dat merk je aan het toontje van Theun. [Meneer Luc. Willink heeft een versje over Jan Lubbes in Het Vad. geschreven, d.w.z. het moet er nog inkomen, maar ligt gezet. Beneden alle peil.]