ziekte. Iets met de testiculae heeft het wel te maken; vandaar dat het met die furor, of toch furens, amoris kan worden verward.
Als Wim iets nog mooiers bedenken kan, graag. Voor de rijmen is het niets erg; want zoonoodig worden die omgesmeed. Houd de copy vooreerst aan; ik schrijf je dan nog hoe de slotvaerzen definitief moeten luiden.
Vanaf heden heb ik mij ingewerkt in de Cond. Humaine. Ik merk dat Malraux qua stijl en woordkeus lang niet zoo goed is als ik dacht: op de eerste blzn. een groote armoede met een terugkeer van woorden als ‘écrasante’, ‘immobile’, ‘convulsif’, en een pathetisch bijsmaakje dat in het Hollandsch al gauw costerlijk wordt. Larbaud schrijft stukken beter; is qua taal en rhythme zonder twijfel superieur. Malraux zou dit trouwens toegeven, want hij vindt dat Drieu beter schrijft dan hij (wat ik nog altijd sterk betwijfel) en dat Larbaud beter schrijft dan Drieu (wat geen twijfel overlaat).
Tot zoover. Ik kijk met spanning uit naar de gevraagde besprekingen (tentoonst. Forum en tooneelstuk Kettmann) en nog meer haast naar het N.H.F. gezegd Forum, dat nog steeds niet verscheen! Vandaag is het de 11e!
Parijs is vergiftigd van Stavisky-commentaar. De politiechef Chiappe zal wschl. ‘springen’, of het ministerie, of wat anders. Vandaag de eerste heibel in de Kamer erover. Eén ding is absoluut zeker: dat het ook hier een zwijnenpan is van jewelste.* Wie twijfelde er aan?
Met hartelijke groeten en dank, ook voor Wim als hij eraan te pas komt,
steeds je E.
* De senator hier: - ‘Moi, monsieur, moi qui suis vieux (et ancien magistrat...) je vous dis: c'est la pourriture du système.’