479. E. du Perron aan M. ter Braak
Le Roselier, 1 November. [1933]
aant.
Beste Menno, Het is werkelijk schrikbarend dat die man of vrouw E. de R. het ook over Parijsche primeurs heeft! Zou het misschien X. zijn, met wraakgevoelens bezwaard?
Het stuk van Vic gaat hierbij terug. Het is niet dom, maar ook niet geheel juist, en ontzettend ouwehoerig geschreven. Alles staat er minstens 3 keer; het juiste rhythme misschien voor Rotterdam. Er staan in die N.R.C. tegenwoordig prachtige stukken, o.a. van Ben Stroman. Wat Vic tegen Premsela had, ontgaat mij tegenwoordig ‘ten eenenmale’!
Bep gaat Angèle Degroux lezen, dat ze nog zoo goed als niet kent, om te zien of het nu werkelijk zóó slecht is. Ik heb nuhaha! zou ik niet?... - ook alle vertrouwen in de reactie van Ant, maar dan van Ant zonder jou, dus ik hoor graag ook nog wat Ant van Angèle denkt. Breng me dit oordeel precies over. Ik heb nog altijd een zwak voor Henny, ook al vindt hij mij een atmosfeerlooze boedelbeschrijver.
Ik heb Jan Gr. voorgesteld om voor Gr. Ned. een groooot stuk te schrijven over den nieuwen Hollandschen roman. Ik wou beginnen met het Afscheid van Vic, om te eindigen met Waarom niet? Eigenlijk een mooi artikel om jrg. III van Forum mee te openen; moet nu maar bij Coenen, als die het niet verwerpt.
Als je de Napoleon van Suarès niet voor de N.R.C. bespreekt, wil ik het wel doen. We moeten nl. weer wat verdienen. Doe jij het, dan vind ik even goed wat anders.
Later beter. Dit gaat tusschen allerlei gelees en geschrijf door. Hartelijke groeten, ook onder de Moezen,
je
E.