478. M. ter Braak aan E. du Perron
Zutfen, 30 Oct. '33
aant.
Beste Eddy Vanmorgen na doorzending stuk van Bep ontvangen. Uitstekend! Doorgestuurd naar Bouws.
Het Vad. is me nu definitief aangeboden. Ik heb nog speling gevraagd tot Maandag, omdat ik een soort proefbenoeming wil trachten te krijgen, waarvoor ik de hulp van den rector noodig heb. De goede Pannekoek blaakte letterlijk van vreugde, dat Scholte van de baan was. Ritter en Top Naeff zijn geketst. Ik schrijf je dadelijk, als de zaak voor elkaar is.
Je brief van Zondag bereikte me in Eibergen. Over de V. Bl. - quaestie schreef ik je inmiddels al nader. Ik deel al je bezwaren, en heb ook geen sentimenteele genegenheid voor de naam V. Bl., maar ik ben minder pessimistisch dan jij ten opzichte van den ev. invloed, dien wij in dat orgaan kunnen uitoefenen. Ook Marsman zou, geloof ik, toch niet tegen je Ducroo stemmen; als hij het deed, en het stuk werd afgewezen, zou het voor mij trouwens al dadelijk de kabinetsquaestie zijn. Maar wat let mij, bovendien, om Gr. Ned. achter de hand te houden? Beide redacteurschappen zijn, wat het werk betreft, toch sinecures.
De passage ‘Coster’ zal ik in R'dam copieeren. Ik heb hier geen exemplaar.
Je hebt me een dienst bewezen, door mij attent te maken op Suarès over Napoleon. Ik heb dat boekje gelezen. Het is karakteristiek voor de ‘geestelijke’ haat tegen Nap. en bijzonder curieus als tegenhanger van Stendhal's visie op den grooten man. Suarès behoort absoluut tot het type-Coster, hij is alleen veel minder gezwollen, veel knapper, smaakvoller, al wat je wilt, maar het is dezelfde slaven mentaliteit. Ik denk erover, het tweede hoofdstuk van het nieuwe ‘kalenderboek’ den titel Napoleon te geven, en het te laten handelen over den grooten krachtmensch. Gegroepeerd om het Mémorial. Maar wie weet, hoe lang het ‘inwerken’ in Het Vad. mij in beslag zal nemen! Ik begin volgende week met een kroniek over Vestdijk. (Berijmd Palet), dat Borel natuurlijk liet liggen. Daarna, hoop ik: Nescio, dan Kaas.