450. M. ter Braak aan E. du Perron
R'dam, 25 Sept. '33
aant.
Beste Eddy Ik ben enthousiast over je Nietzsche-apologie en uitstekende bestraffing van het kloen Tielrooy!! Als het eenigszins kan, moet dit nog in December geplaatst worden, ik zou zeggen, ook (of desnoods) ten koste van de Liaisons. Dit is de beste polemiek tegen het Costerisme, die je ooit geschreven hebt, juist omdat je N. als positief neemt en een zoo welwillend-nietszeggend-erudiet heer als T. als negatief. Zij passen precies in elkaar en het is je volkomen gelukt de suggestie van het ‘kloppen’ te leveren. Bijzonder frappant vond ik de passage, waarin je het verschil tusschen N. en Diderot c.s. aangeeft; dat is voortreffelijk geformuleerd en geeft precies weer, wat ik ook voelde, maar niet zoo pregnant in Politicus onder woorden kon brengen. - Ik heb maar een paar opmerkingen. Op pag. 5 zou ik de ‘smeerlapperij’ veranderen; het woord verzwakt je betoog, omdat het suggereert (wat verder heelemaal buiten de toon van je artikel is gebleven), dat deze Rohde een oplichter was of een schurk; en dat was hij ten eenenmale niet; in ‘smeerlapperij’ zit een ethische verachting, die een soort godsgericht inhoudt; kortom, ik vind het woord hier absoluut fout en verwarrend. (Ik zou haast zeggen: was die Rohde maar een smeerlap geweest! maar hij schreef Psyche, op zijn duitsch ‘psuusje’, en dat is erger!). Verder is de slotregel een gemist effect, omdat geen Hollandsch lezer dien Camy kent (ik b.v. ook niet), en dus de pointe, die ik wel aanvoel overigens, niet tot zijn recht komt. Maak dat een beetje duidelijker en schrijf me meteen eens, wie die Camy was! - Overigens heb ik geen amendementen, behalve een paar met potlood aangegeven ‘taalfouten’ (dan