390. M. ter Braak aan E. du Perron
R'dam, 13 Juni '33.
aant.
B.E. Haastig even een briefje tusschen de paedagogische bedrijven door. Titel van het boek is: Nietzsche in seinen Briefen und Berichten der Zeitgenossen, ed. Baeumler (Kroner, Leipzig). Je zult er beslist pleizier van hebben! De onafhankelijkheid en integriteit van zoo iemand is een steun; de lectuur van De Stem en het Critisch Bulletin van deze maand maken je werkelijk verlangend naar integere letteren! Ik las al het vuilnis; jij las waarschijnlijk alleen het C.B. en miste dan een geweldige preek van Anthonie tegen Greshoff, jou en mij, en een... vleiend stukje van Dirk over mij, n.l. over Hitler Ebenbild des Herrn, in den toon van: ‘één oogenblik heeft de verdoolde t.B. zijn costerlijken toon van weleer hervonden.’ Allermisselijkst. Voor die lieden ben ik de ‘man van goeden huize’, die steeds nog niet volledig is opgegeven. Gelukkig zal na het a.s. boek geen twijfel meer bestaan, zelfs voor dikhuiden van De Stem, waar ik thuishoor. Eer bij de honden, de delfstoffen, dan bij de ‘geestelijken’ van dat milieu.
Ik kreeg ook je prospectus, maar wacht eerst maar, of je een ex. over hebt. Het geld groeit slecht tegenwoordig, voor zulke dure boeken. Maar wat heb je toch voor baantje bij Pia gekregen? Je hebt me daarover niets geschreven en me onlangs erop gezinspeeld alsof ik er alles van wist? Laat er eens iets meer over hooren.
Over het lot van Forum moeten we in de vacantie maar eens uitgebreid praten. Ik heb geen bezwaar tegen Vestdijk, omdat ik meen, dat hij een litterator is geworden, maar ik voel niet voor een omzetting van de redactie met iemand anders. Het is misschien ‘overgevoelig’, maar het lacht me niet aan. Misschien kunnen we een volkomen nieuwe redactie scheppen, en aldus