is zoo fnuikend, zoo meedoogenloos bindend, als ‘de familie’. Van Eibergen sta je los - ook al omdat je ouders elkaar hebben en je niet het eenige kind bent - maar met een vrouw, die niet de vrouw is, in zekeren zin, is het grapje eigenlijk precies over te beginnen. Die Jezus, waar jij niet aan gelooft, wist precies wat hij zei, toen hij aan het einde van weet-ik-welke-speech, misschien wel de Bergrede, niet verveeld wenschte te worden door zijn ‘moeder en broeders’; dit stuk is minstens zoo sympathiek en menschelijk overtuigend als het rossen van de sjacheraars uit den Tempel; neen, méér.
Ik zou een roman moeten schrijven zooals ik dezen brief schrijf, vanuit een even groote zekerheid en volheid. Misschien bereik ik dat stadium nog wel eens.
Heb je goed gelezen bij Houwink? Had hij het niet over ‘witte maden’? Dat lijkt mij zooveel logischer. Maar ik zou ze nog niet cadeau willen hebben, hoe heilzaam ook van uitwerking. Men moest zoo'n kalf toch Een Roman in twee Werelden zenden van de groote Corelli, in leer gebonden, voor Paschen bijv.
Stols is erg onder den indruk van de desilluzie, veroorzaakt door het blauwtje dat hij liep bij Marsman en jou tegelijkertijd; maar hij geeft jullie gelijk. Hij voelt zelf verdomd goed dat jullie die 1000 pop schoon in het handje voortreffelijk kunnen gebruiken, ziedaar het geheim van zijn menschelijkheid in dezen! De heer Zeilstra (na den heer Van der Waals) schijnt nog een aanslag op mij te willen doen, to monopolize...
Hartelijke groeten van je
Eddy