komt, moet je je ex. van P. tot A. meenemen met aangestreept alles wat je er behoorlijk in vindt; het benieuwt me om te zien hoe jij de keuze zou hebben gemaakt.
Ik lees je brief hier over en vind hem weer even prachtig. De reden? Ziehier, een zinnetje van jezelf: ‘Je laat je door je antipathie tegen den toon verleiden tot schandelijke onbillijkheid’. Ik geloof dat dit volkomen alles in zich besloten houdt, zoowel wat betreft mij tegenover Eva, als jou tegenover B.G.a.E. Maar deze ‘onbillijkheid’ is mij uit het hart gegrepen, zoolang er andere, en ernstiger, punten zijn waarop we elkaar verstaan.
Natuurlijk was mijn gebrek aan ernst ‘doodelijke ernst’. Ik bedoelde met ‘ernst’ trouwens de specifiek-Nederl. ernst, die van Dirk Coster. Want hij krijgt van mij het recht niet om op dit boekje af te geven; het is nog altijd 10 × interessanter (vermeen ik) dan zijn walgelijke schijnverhevenheid. - Maar vanuit het standpunt Barnabooth geoordeeld, mag je gerust zeggen: wat een flauwe kul! En inderdaad, ook dàn is de naieve Kristiaan, die me bij buien toch ook ontzettend hinderen kan, oneindig sympathieker. Dus, résumons: als mensch voel ik met je mee (behalve dan tegenover het verborgen menschelijk document in BGaE., maar dat alleen ik misschien ontcijferen kan), als schrijver vind ik je ‘onbillijk’. Maar ik draag je Een V. op als mènsch, dus tout est pour le mieux tout de même.
Misschien ruik ik naar de ‘tropen’ (was het maar waar!) maar ik kan de ‘dominee’ in jou niet vinden. Wel het belang dat ‘domineesland’ voor je heeft; niet den ‘dominee’, althans tot dusver. We laten nu alle subtiele omdraaierijtjes erbuiten, en de grapjes van: hij haat den burgerman omdat hij er zelf een is - die altijd min of meer opgaan. Ik voel je haat, maar niet den onmiskenbaren domineestoon in je.
Wat de Malraux' betreft: dit en als je het later nog leest ook La Voie Royale, dat veel grooter ‘lacunes’ vertoont - lees ze over een tijdje eens over, en je zult zien dat je er andere boeken in vindt. Want ik was in mijn BGaE.-tijd misschien een (zij het oprecht) poseurtje, maar van den inhoud van Malraux ben ik absoluut zéker. De figuur die ik na Garine het beste ‘voel’, is Klein.