nen geven en in chronologische orde; 2o: zou ik, zelfs nu, toch graag eenige van de stukken zien, die je hebt weggelaten. Bijv. die uit het Critisch Bulletin. Ik schrijf je dit, omdat het me bepaald aan het hart gaat dat je dat voortreffelijke stuk over Hinne Rode, waar ik in een Amsterd. leeskabinet zoo'n plezier aan beleefde, hebt weggelaten. Neem dàt in ieder geval nog op! het is ook zoo goed dat die Van G. Stort een klein beetje in het ootje genomen wordt, en je art. slaat eig. op zijn heele figuur. Als je mij dat stuk geeft, werk ik het nog wel in den bundel (al zou die geheel zijn gezet). Trouwens, we gaan samen Stols opzoeken, die jou ‘niets te weigeren heeft’, dat zal je zien! Hij gaat ook een aanslag doen (een nieuwe) op je roman.
Ik kreeg gistermorgen tot mijn schrik een aanbieding voor mijn roman van Nijgh en Van Ditmar: ik kreeg een Zondaar-achtig gevoel, edoch was toch gecoiffeerd. Maar ik heb om zoo te zeggen geweigerd. Stols heeft plechtig beloofd dat hij zich serieus op een grootere administratie zal toeleggen, en verder heeft hij gelijk wanneer hij zegt dat - waar hij al het ‘onverkoopbaars’ zoo bereidwillig drukt en uitgeeft, hij af en toe ook wel de kans mag hebben op iets meer ‘verkoopbaars’. In ieder geval heb ik verplichtingen aan hem en ik blijf ook liever bij één uitgever, al was het maar met het oog op een gelijke uitvoering van mijn opera omnia. - Stols wil nu ‘beproeven wat hij waard is’ met 2 boeken (romans), n.l. Don Segundo Sombra - waar Bouws zoo over klaagde, maar dat officieel nog niet verschenen is (voilà le hic!) en eerst in Februari verkrijgbaar wordt gesteld; en Een Voorbereiding, mijn omgewerkt jeugdverhaal, dus óók ‘roman’.
Dit boek, dat ik vroeger als vrijwel mislukt beschouwde, valt mij bij een herlezing op de drukproeven, eig. erg mee. Het verhaal zelf is wat erg naïef, maar voor mij toch van werkelijk belang, en de ‘manier’ is veel beter dan ik dacht. Stols zegt dat het ‘te moeilijk zal zijn voor het groote publiek’ en dat Vera van Marsman, ofschoon het veel aesthetischer is, veel leesbaarder toch is, vanuit een gewoon lezersstandpunt beschouwd. Ik zou zeggen: tant mieux. Ik wou jou één van déze 2 boeken op-