Verbanning Duitse joden gecoördineerd
BERLIJN, 2 januari - De verbanning en emigratie van joden uit Duitsland wordt voortaan gecoördineerd en gestimuleerd door een speciale ‘Rijkscentrale ter bevordering van de joodse emigratie’. Deze centrale staat onder leiding van de chef van de veiligheidsdienst Reinhard Heydrich. Doel van de nieuwe instelling is ervoor te zorgen dat joden zoveel mogelijk het Duitse Rijk verlaten. Het ‘Groot-Duitse Rijk dient vrij van joden te worden’, zo heeft Hitler gezegd.
Meer dan de helft van de joden die in 1933 in Duitsland woonden, heeft intussen het land al verlaten. Toen werd een half miljoen joden geteld, nu zijn het er nog 234 000. Daar komen nog eens 70 000 joden in Sudetenland en Oostenrijk bij.
De joden wordt het leven in Duitsland intussen met chicaneuze verordeningen en pogroms als die van de Kristallnacht steeds moeilijker gemaakt. Joden mogen geen theaters, bioscopen, concerten en tentoonstellingen meer bezoeken. Hun rijbewijzen zijn ongeldig verklaard en joodse kinderen mogen niet meer naar Duitse scholen. Ook mogen ze geen eindexamen meer doen en kunnen derhalve niet de vereiste diploma's halen, bijvoorbeeld voor beroepen in de middenstandssector. Joodse artsen, apothekers en tandartsen hebben bovendien hun bedrijfsvergunning verloren.
Terwijl de Duitse staat op deze manier de joden economisch en psychologisch in het nauw drijft, mogen zij niet zonder meer emigreren. Ze zijn verplicht hun vermogen en bezittingen aan de staat te schenken. Ook wordt bij de benoeming van emigratieaanvragen duidelijk dat voorrang wordt verleend aan degenen voor wie vanuit het buitenland een soort losprijs wordt betaald. Joden met rijke verwanten in het buitenland zijn derhalve in het voordeel tegenover minder bemiddelde joden. Voor de Duitse staat betekent deze emigratie een gunstige deviezentransactie.