Balkanpact zonder Bulgarije en Albanië gesloten
ATHENE, 9 februari - In Athene hebben vertegenwoordigers van Griekenland, Turkije, Roemenië en Joegoslavië het Balkan-pact gesloten, een bondgenootschap dat voorziet in een gezamenlijke verdediging. De vier ondertekenaars beloven elkaar militair te hulp te komen als een van hen wordt aangevallen.
Het pact is vooral gericht tegen Bulgarije, dat overigens wel, bijvoorbeeld tijdens het bezoek van de Bulgaarse koning Boris aan Belgrado, bij de voorbereidingen betrokken is geweest.
Dat Bulgarije zich niet bij het pact heeft aangesloten is niet verwonderlijk. Bulgarije maakt aanspraak op delen van Griekenland, Joegoslavië en Roemenië; ondertekening van het pact door Bulgarije zou automatisch een opgeven van die aanspraken betekenen, aangezien de belangrijkste functie van het pact is gelegen in ‘de bescherming van de grenzen op de Balkan’.
Ook Albanië ontbreekt. Dat is vooral het werk van Griekenland, dat aanspraak maakt op Zuid-Albanië. Als Albanië lid zou zijn geworden van het pact, had Griekenland die aanspraken moeten laten varen. Het Balkan-pact is dan ook vooral het resultaat van een initiatief van de Griekse premier Venizelos, die in oktober 1930 de eerste Balkanconferentie in Athene bijeenriep om de traditioneel slechte betrekkingen in Zuidoost-Europa te verbeteren.