Bloei van de Nederlandse speelfilm
AMSTERDAM 8 januari - Fien de la Mar, Johan Kaart, Henriëtte Davids, Louis Davids, Sylvain Poons, Aaf Bouber, Cor Hermus, Joan Remmelts, al dezegroten uit het Nederlandse cabaret en toneel, waren onlangs te zien in de eerste Nederlandse geluidsfilm: De Jantjes van regisseur Jaap Speyer.
Het grote succes van deze Jordaanmusical, die in De Telegraaf begroet werd als ‘'n Hollandsche filmwerk dat spreekt tot het Hollandsche hart’, is het begin van een ware hausse in de Nederlandse speelfilmproduktie. Tussen 1934 en 1940 worden er in Nederland maar liefst 31 avondvullende speelfilmsgemaakt.
Een opmerkelijke rol bij deze bloei van de Nederlandse speelfilmindustrie wordt gespeeld door Duitse filmvakmensen, die na 1933 uit nazi-Duitsland gevlucht zijn. Zonder het vakmanschap van deze refugiés had de nog nauwelijks ontwikkelde Nederlandse speelfilm nooit een film opgeleverd als Komedie om geld uit 1936. Het scenario van deze film wordt geschreven door Walter Schlee, achter de camera staat Eugen Schufftan en voor de regie tekent Max Ophüls. Het verhaal van een Amsterdamse bankloper die door toeval carrière maakt, wordt door dit Duitse drietal tot een sprankelend Brechtiaans leerstuk over Hollywooddroomfilms, waarin de crisiswerkelijkheid van de jaren dertig ontvlucht wordt.