Affaire-Stavisky: crisis
PARIJS, 27 januari - Het Franse kabinet-Chautemps heeft de affaire-Stavisky niet overleefd. De ‘zelfmoord’ van de beruchte oplichter (iedereen is ervan overtuigd dat hij door de politie werd doodgeschoten, maar in opdracht van wie?) was voor de zojuist afgetreden regering een nog hardere klap dan de onthulling, een maand geleden, dat de in 1926 gearresteerde en vervolgens weer vrijgelaten avonturier Alexandre Stavisky voor Ffr 200 miljoen valse spaarbiljetten had verspreid. Hij deed dat door middel van een door hem opgerichte bank, de Crédit Municipal de Bayonne. Het ongeluk wil dat de al eerder afgetreden minister Dalimier deze spaarbiljetten als belegging had aanbevolen. Op 8 januari omsingelde de politie het Alpenchalet waar Stavisky zich had verschanst. Naar verluidt werd hij er stervend aangetroffen.
Dit is het zoveelste politiek-financiële schandaal van de laatste jaren, en ofschoon de door Stavisky gepleegde oplichterij niet ernstiger is dan die van de andere avonturier-bankiers, Marthe Hanau of Oustric, wordt de zaak politiek veel meer uitgebuit.
Alexandre Stavisky.
Wie had er belang bij Stavisky te ‘zelfmoorden’, zoals het satirische weekblad Le Canard Enchaîné schreef? Rechtse en extreem-rechtse politiefunctionarissen en rechters, naar wie links een beschuldigende vinger uitsteekt? Of de ‘bende van joden en vrijmetselaars’ (Stavisky was joods, Chautemps is vrijmetselaar), die rechts en extreemrechts, dankbaar gebruik makend van deze bijzonderheden, aan de op het ogenblik licht ontvlambare publieke opinie toont?