Grensgeschillen tussen Chili en Peru bijgelegd
SANTIAGO/LIMA, 3 juni - Dank zij bemiddeling van de Amerikaanse president Herbert Hoover is een definitieve regeling getroffen voor de grensgeschillen tussen Chili en Peru. Deze geschillen vloeien voort uit de Pacific- of Salpeteroorlog, die in 1879 uitbrak.
Geschilpunt in deze oorlog vormden de rijke nitraatvelden in de Atacamawoestijn. Deze behoorden gedeeltelijk toe aan Peru, Bolivia en Chili.
In februari 1879 bezetten 2000 Chileense soldaten de Boliviaanse havenstad Antofagasta. Datzelfde jaar werden de Peruaanse kuststeden Iquique en Tarapaca veroverd. Chili bezat nu het gehele nitraatgebied. De Chileense expansie werd actief gesteund door de Britse mijnbouwmaatschappijen die het nitraat wonnen.
In 1880 zetten de Chileense troepen hun opmars voort. Ze veroverden de Peruaanse provincies Tacna en Arica. Een jaar later veroverde Chili de Peruaanse hoofdstad Lima. De Chilenen dwongen de verliezers Peru en Bolivia in 1883 tot de ondertekening van het vernederende verdrag van Ancón. Bolivia verloor Antofagasta en daarmee zijn toegang tot de Grote Oceaan. Peru moest Tarapaca opgeven. De grensprovincies Tacna en Arica zouden voor tien jaar onder Chileens bestuur komen; daarna zou de bevolking via een stemming kunnen beslissen of ze bij Peru of Chili wilde horen. Deze volksstemming werd nooit gehouden.
In 1904 bereikte Chili een akkoord met Bolivia, maar een definitieve regeling met Peru liet op zich wachten. Dit was aanleiding tot voortdurende problemen in de inter-Amerikaanse verhoudingen. Uiteindelijk hebben beide landen zich kunnen vinden in een verzoeningsvoorstel van de Amerikaanse president Hoover. Arica wordt definitief toegewezen aan Chili, Tacna wordt opnieuw deel van Peru. Chili verplicht zich een schadeloosstelling van $ 6 miljoen te betalen en een spoorlijn aan te leggen tussen Arica en Tacna.
President Herbert Hoover.