Oppositie Italië monddood gemaakt
ROME, 3 januari - De Italiaanse premier Benito Mussolini heeft de verantwoordelijkheid op zich genomen voor het fascistische geweld, waaronder de moord op de socialist Mateotti. Tevens kondigde hij aan dat hij dictatoriale bevoegdheden op zich zal nemen.
Na de toespraak van Mussolini in het parlement stelde de oppositie: ‘Het masker van grondwettelijkheid en normalisatie is afgeworpen.’
De rede van Mussolini tekent de hervonden kracht van de fascistische leider. Na de moord op Mateotti, in juli 1924, raakte hij aanvankelijk geïsoleerd. Mateotti's lijk werd twee maanden later buiten Rome gevonden; een aantal vooraanstaande fascisten werd gearresteerd of trad af in verband met de moord, en zelfs binnen de fascistische partij kwam er kritiek.
De ‘Aventijnen’, afgevaardigden van de oppositie die na de moord uit het parlement zijn gestapt, konden geen vuist maken tegen Mussolini wegens interne verdeeldheid. Bovendien wilde de koning niets doen voordat de oppositie Mussolini ten val had gebracht. Ook de Kerk blijft Mussolini zien als het minste kwaad. Een week na de moord op Mateotti had L 'Osservatore Romano geschreven: ‘Laat degene die zonder zonden is de eerste steen werpen.’
Mussolini begon zich bij afwezigheid van oppositionele actie weer sterker te voelen. In September kwam er een nieuwe golf van geweld. Eind december besloot het kabinet tot repressie van oppositiebladen en antifascistische leiders.
Publikatie van een memorandum van een medewerker waarin stond: ‘Alles wat is gedaan is altijd gedaan als directe wens of met medeplichtigheid van II Duce’, kon Mussolini niet echt meer deren. In zijn toespraak daagde hij de oppositie uit hem voor het gerecht te brengen, wetende dat zij daar, ondanks de langzaam groeiende samenwerking tussen antifascisten, de kracht niet voor heeft.