Mild vonnis voor Hitler
BERLIJN, 1 april - In het proces tegen Adolf Hitler en zijn medestrijders zijn door de rechtbank in München milde vonnissen geveld.
Hitler zelf kreeg voor zijn aandeel in de poging tot een staatsgreep van november vorig jaar een gevangenisstraf van vijf jaar. Dat is de minimale straf die volgens de wet op de door Hitler begane daad is gesteld. De straf kan worden uitgezeten op een burcht in Landsberg am Lech en Hitler zal dus niet naar een gevangenis hoeven. Naast deze straf moet Hitler een boete van 200 goudmark betalen.
Ook zijn medeplichtigen zijn er met lichte straffen vanaf gekomen. Erich Ludendorff tegen wie tijdens het proces ernstig belastend materiaal boven tafel was gekomen, werd door de rechtbank vrijgesproken.
Het proces zelf heeft Hitler en zijn NSDAP een unieke kans tot publiciteit gegeven, die door de eerste ten volle is benut.
Voor het proces, dat op 26 februari in het Volksgericht van Beieren was begonnen, was een overweldigende belangstelling van de kant van de pers, zowel uit binnen- als buitenland.
Zeventig journalisten volgden dagelijks de procesgang, terwijl meer dan 300 journalisten in het begin om toegang hadden verzocht. Vele kolommen op de voorpagina's maakten vanaf februari dat Hitler voor het eerst ook buiten Beieren een brede bekendheid verwierf.
De Beierse rechters gaven Hitler alle kans om van dit publicitaire podium gebruik te maken. Hij kon uitvoerige redes houden vol aanvallen op de Republiek van Weimar en doorspekt met demagogische beschuldigingen aan het adres van al die politici, die in zijn ogen de Duitse eer schonden. Op geen van de 24 procesdagen werd Hitler onderbroken, ook wanneer zijn redevoeringen voor de procesgang niet ter zake deden.
Eigenlijk had het proces voor een federaal gerechtshof gevoerd moeten worden, maar rijkspresident Ebert was met een behandeling door de rechterlijke macht in Beieren akkoord gegaan met de bedoeling een brug te slaan naar deze deelstaat, waar de argwaan jegens Berlijn zo demonstratief aanwezig was.
Het gevolg hiervan was echter wel dat de rechtsgang niet zo nauwgezet werd gevolgd. Te veel Beierse hoogwaardigheidsbekleders hebben zich immers in de herfst van 1923 niet gedragen volgens de bepalingen van de grondwet en zich aan insubordinatie jegens het centrale gezag van de Weimarrepubliek schuldig gemaakt.
‘Het Hitler-proces of hoe Kahr het vaderland gered heeft’ - een karikatuur uit Simplicissimus op de tweeslachtige houding van de Beierse rijkscommissaris Gustav von Kahr die de brandstichter Hitler op de schouders draagt en tegelijk de hulp van de politie inroept. Von Kahr is een van de machthebbers in Beieren die de bevelen van de centrale regering in Berlijn gewoon naast zich neerlegde.