Vredesverdrag Hongarije
VERSAILLES, 4 juni - In Versailles is vandaag het vredesverdrag tussen de Geallieerden en Hongarije getekend, het laatste vredesverdrag met een van de verslagen mogendheden. Het werd plechtig ondertekend in het Grand Trianon.
Het verdrag met Hongarije is ernstig vertraagd door de interne ontwikkelingen in dat land, waar een communistische dictatuur werd gevolgd door chaos en een reeks instabiele regeringen. Bovendien heeft Hongarije na de overhandiging van het ontwerpverdrag in januari nog lange tijd bezwaar aangetekend. Dat is niet erg verwonderlijk, want in vergelijking met voor de oorlog wordt Hongarije behoorlijk gedecimeerd: het moet afzien van Transsylvanië en een deel van de Banat, die naar Roemenië gaan, van het andere deel van de Banat, Bačka, de Prekmurje en Kroatië-Slavonië, die bij het Koninkrijk van Serviërs, Kroaten en Slovenen zijn gevoegd, van Roethenië, dat is toegevallen aan Tsjechoslowakije, van een deel van West-Hongarije, dat aan Oostenrijk is toegewezen, en van Fiume, dat voorlopig aan de Geallieerden toekomt zolang er geen definitieve regeling is getroffen; zowel Rome als Belgrado maakt aanspraak op de havenstad.
Al met al is het Hongarije van voor de oorlog van 324 000 vierkante kilometer teruggebracht tot ruim 93 000 vierkante kilometer. Bovendien wonen nu één miljoen Hongaren in Tsjechoslowakijeen 1 750 000 in Roemenië. De traditionele economie van Hongarije is door de decimering geheel ontworteld. Het verdrag van Trianon voorziet in een nog nader te bepalen bedrag aan schadeloosstelling dat door de Hongaren moet worden betaald. Ook bepaalt het dat de Hongaarse strijdkrachten maximaal 35 000 man mogen omvatten.
Duizend jaar na de stichting van het koninkrijk der Magyaren heeft Hongarije twee derde van zijn grondgebied verloren: een nationalistische oproep tot het heroveren van deze gebieden.