Kamer in België discussieert over taalgelijkheid
BRUSSEL, 14 mei - In de Kamer van Volksvertegenwoordigers is geïnterpelleerd over ‘de handelingen van het Bestuur op taalgebied en over de inzichten van de Regeering betreffende de toepassing der taalgelijkheid, in de troonrede beloofd’.
Deze interpellatie, een gezamenlijk initiatief van de katholieke volksvertegenwoordigers Aloïs van de Vyvere, Alfons van de Perre en Frans van Cauwelaert - de ‘drie Vans’ -, is een van de eerste uitingen van de herleving van de Vlaamse Beweging na de Grote Oorlog.
Aanleiding tot de interpellatie was het antwoord van minister Renkin op een vraag van Van de Perre op 9 april. Renkin had toen gezegd dat de weigering van de post om werken van de schrijver Albrecht Rodenbach te verzenden, een gevolg was van het optreden van de militaire veiligheidsdienst.
In de interpellatie - die in het Frans werd gehouden, zodat ook de Walen deze konden volgen - zette Van de Vyvere het minimumprogramma van de Vlaamse Beweging uiteen. Van de Perre stelde vooral de misstanden aan het oorlogsfront aan de kaak. Van Cauwelaert had het over de praktijken van de Belgische veiligheidsdienst.
Uit het antwoord bleek dat de regering zich weinig bekommerde om de Vlaamse verzuchtingen. Behalve van de Vlaamsgezinden in de eigen partij, kregen de ‘drie Vans’ weinig steun. Een regeringsgezinde motie werd met ruime meerderheid aangenomen.