Roemenen verliezen almaar
BOEKAREST, 27 december - Het Roemeense leger heeft opnieuw een nederlaag geleden - de zoveelste in successie. Na een vijfdaagse veldslag bij Rïmnicu Sárat is het Roemeense front uiteengeslagen.
De Roemenen zijn deze zomer aan de oorlog gaan deelnemen in de verwachting de numeriek mindere Oostenrijkers en Hongaren in Transsylvanië makkelijk de baas te kunnen. In drie spitsen rukten in september twaalf van Roemenië's 23 divisies op in Transsylvanië, waar de Oostenrijkers maar vijf divisies gelegerd hadden.
Het antwoord van de Centralen kwam echter snel en krachtig. De Duitse generaal von Falkenhayn nam zelf het commando over het front in Transsylvanië op zich, terwijl hij vijf Duitse en twee Oostenrijkse divisies had meegebracht, en generaal Mackensen nam de leiding bij een Bulgaarse aanval vanuit het zuiden.
Mackensen nam op 5 september het bruggehoofd bij Turtucaia aan de Donau in, rukte op door de Dobroedsja en dwong de Roemenen hun opmars in Transsylvanië te staken. Daar viel prompt von Falkenhayn aan. Aan de zuidpunt van het 300 kilometer lange front versloeg hij de Roemenen bij Turnu Roşu, aan het centrale front won hij de slag bij Braşov.
Na een zesdaagse slag bracht hij de Roemenen bij Tîrgu Jiu op 17 november een nieuwe nederlaag toe.
Op 26 november ontmoetten de legers van Mackensen, komend vanuit het zuiden, en von Falkenhayn elkaar bij Valea Argeşului.
Op 3 december leden de Roemenen een nieuwe nederlaag bij de Neajlov en bij Argeş. Drie dagen later werd Boekarest veroverd en op dezelfde dag gaf het omsingelde Roemeense leger bij Cerna zich over.
Na de nederlaag van vandaag hebben de Centralen zowel de Roemeense olievelden als het graangebied in handen en hebben de Russen een front van 450 kilometer extra te verdedigen.