Tsjechoslowaakse Nationale Raad
PARIJS, februari - De Tsjechoslowaakse leiders in ballingschap hebben officieel de Tsjechoslowaakse Nationale Raad opgericht. Deze Raad is een voortzetting van het Tsjechoslowaakse Buitenlandse Comité, dat in september 1915 in Parijs werd opgericht met prof. T.G. Masaryk als voorzitter en E. Benesš als secretaris.
Het uitbreken van de oorlog kwam voor de Tsjechische politici als een verrassing waar ze politiek niet op waren voorbereid. Ze hadden geen concept, dat tot de zelfstandigheid van hun land zou kunnen leiden. Het grootst mogelijke succes dat ze aanvankelijk voor ogen hadden, was autonomie binnen de Oostenrijks-Hongaarse monarchie. Toch hebben Tsjechoslowaken in het buitenland zich vanaf het begin van de oorlog politiek en militair georganiseerd. De centrale persoonlijkheid van de Tsjechoslowaakse strijd voor onafhankelijkheid is de filosoof en socioloog prof. T.G. Masaryk. Hem staat een duidelijk doel voor ogen: de vereniging van Bohemen en Slowakije en daarmee de vorming van een zelfstandige staat, groot en sterk genoeg om tussen Duitsland en Rusland te kunnen overleven.
De centra van de Tsjechoslowaakse politieke strijd in het Westen zijn Amerika, Parijs en Londen. Al in september 1914 werd in Chicago het Tsjechoslowaakse Nationale Genootschap gesticht met als doel de Tsjechoslowaakse emigranten in Amerika te verenigen en actief te betrekken bij de strijd van hun landgenoten binnen de monarchie. Zo ontstond een machtige lobby, die ruime financiële middelen ter beschikking stelt en een steeds belangrijker rol speelt bij het beïnvloeden van de Amerikaanse publieke opinie. Masaryk, die verder invloedrijke vrienden in Londen en Parijs heeft en Benesš zijn ervaren politieke strategen en uiterst bekwame diplomatieke onderhandelaars: precies de kwaliteiten die op het moment het meest nodig zijn.
Militair organiseerden de Tsjechen en Slowaken zich al sinds augustus 1914. Als burgers van de Oostenrijks-Hongaarse monarchie moesten ze dienen in het leger van hem die in feite hun vijand was. Velen lieten zich door de Geallieerden (Rusland, Frankrijk, Engeland) gevangennemen of deserteerden. Uit deze soldaten, aangevuld met vrijwilligers uit de rijen van in het buitenland levende Tsjechoslowaken, ontstonden gemotiveerde en bijzonder gedisciplineerde legereenheden die een beslissende rol spelen bij de onderhandelingen over onafhankelijkheid tussen de Geallieerden en de Tsjechoslowaakse politici.