Moordacties in Turkije op Armeniërs
ISTANBOEL, 20 april - In Turkije zijn de laatste tijd opgrote schaal moordacties tegen Armeniërs gaande.
Eerst werd de elite van het Armeense volk gearresteerd en zonder vorm van proces vermoord. Daarna gingen alle Armeense militairen er aan. Ze werden ingezet op de gevaarlijkste fronten in de oorlog.
De derde fase bestaat uit de gedwongen deportatie van de totale Armeense bevolking. Alles wat Armeens is, wordt bijeengedreven en voortgejaagd in de richting van Mesopotamië, de woestijn in.
Tegenover de Armeniërs namen de Turkse autoriteiten in 1914 aanvankelijk een nogal dubbelzinnige houding aan. Enerzijds moesten de Armeniërs zich loyaal jegens het staatsgezag betonen en anderzijds beschouwden de Turken hen als de vijfde colonne.
De Groot-Turkse Eenheidspartij had de Armeense partij Tashnak voorgesteld een revolte te beginnen tegen Rusland in Trans-Kaukasus. De leiders van de Tashnak-partij wezen het Turkse voorstel af. Ze hadden besloten dat, in geval van een oorlog tussen Turkije en Rusland, de Armeniërs in beide landen hun militaire dienst zouden vervullen.
Een Ottomaans legerkorps dat, onder persoonlijk bevel van Enver Pasja, het Russische Kaukasus gebied binnenviel, werd begin januari 1915 vrijwel geheel vernietigd. De Armeniërs, die in het verleden herhaaldelijk naar Russische bescherming en steun hadden uitgekeken in hun streven naar zelfstandigheid, werden de zondebok van deze Turkse nederlaag.
De huidige moordacties tegen de Armeniërs zijn niet de eerste in de geschiedenis van het Ottomaanse Rijk. In 1894, 1895 en 1896 werden er ook al massamoorden op hen gepleegd. Het aantal slachtoffers ligt tussen de één en twee miljoen mensen. De overlevende Armeniërs ontkomen over de Kaukasus naar Rusland, of naar Syrië, Perzië of Mesopotamië.