Offensief op Gallipoli
LONDEN, 25 april - Nadat vorige maand door de Britse zeestrijdkrachten onder leiding van vice-admiraal John de Robeck een vergeefse poging is ondernomen een doorgang te forceren in de Dardanellen en daarmee een tweede front te openen, hebben de geallieerde landstrijdkrachten vandaag die taak overgenomen: een expeditieleger onder leiding van Sir lan Hamilton en bestaande uit 78 000 manschappen is vandaag op Turks grondgebied geland. Het Anzac Corps (manschappen uit Australië en Nieuw-Zeeland) vormt het belangrijkste onderdeel van de geallieerde strijdmacht. Het heeft de strijd aangebonden met het pas geformeerde Turkse Vijfde Leger van ongeveer 84 000 manschappen op Gallipoli onder leiding van de Duitser Otto Liman von Sanders.
Ondanks het felle verzet van de plaatselijke Turkse commandant, Mustafa Kemal, slagen de Australische en Nieuwzeelandse troepen erin ten noorden van Kaba Tepe een bruggehoofd te veroveren (‘Anzac Cove’) waar de eerste twee dagen 20 000 man aan land worden gezet. De Britten proberen op vijf verschillende punten aan land te komen, maar dat lukt ze slechts op drie en ze moeten vervolgens om versterkingen vragen (het transport naar Kaap Helles van een Frans regiment dat aanvankelijk was geland bij Kumkale op de zuidelijke oever van de Dardanellen, blijkt voor de versterking van de troepen niet voldoende te zijn).