Roosevelt valt pers aan
WASHINGTON, 14 april - In een felle uitval tijdens een toespraak heeft president Roosevelt vraagtekens geplaatst bij de praktijk in de Amerikaanse pers die hij omschreef als ‘muckraking’, wat het best vertaald kan worden met ‘mestwroeten’.
‘Mestwroeters’ zijn de Amerikanen die tegen het eind van de 19de eeuw minutieuze onderzoeken begonnen naar de oorzaken van de steeds navranter wordende kloof tussen rijk en arm en daar in doorwrochte artikelen verslag van deden. Op die manier werden onthutsende misstanden aan de kaak gesteld, zoals in Ida M. Tarbells Geschiedenis van de Standard Oil Company, dat gebaseerd was op vijf jaar gedetailleerde bestudering van schokkende feiten over niets ontziende concurrentie en omkoping van politici. Veel succes kreeg ook McClure's Magazine waarin dit soort onthullingen werd gepubliceerd. Bij de navolgers van de ‘muckrakers’ in andere periodieken ontbreekt het echter meer en meer aan kwaliteit en Roosevelt keert zich met name tegen de ongefundeerde sensatiezucht die in het werk van de ‘muckrakers’ zo onbeschaamd de boventoon is gaan voeren.
‘De mensen met de mestvorken zijn vaak onmisbaar voor het welzijn van de maatschappij,’ zei Roosevelt, ‘maar alleen als ze ook op kunnen houden met het wroeten in de mest en hun blik op kunnen slaan naar de hemelse kroon boven hen, naar de kroon van een waardig streven; boven en rondom hen zijn er mooie dingen en als ze er geleidelijk aan van overtuigd raken dat de hele wereld niets anders is dan mest, is het met hun nut voor de maatschappij gedaan.’
Roosevelt doelde in zijn rede op de Man met de Mestvork in Bunyans Pilgrim's Progress, de man die alleen maar naar beneden kon kijken; toen hem een hemelse kroon werd aangeboden, weigerde hij zijn blik op te slaan en bleef hij wroeten in de mest op de grond.
Amerika's belangrijkste ‘muckrakers’ van dit moment zijn Ray Stannard Baker, Lincoln Steffens en Ida Tarbell. Zij en hun collega's verzetten zich niet tegen het gebruik van deze term, maar aanvaarden het als een geuzennaam waarop ze reden hebben trots te zijn. Ook het publiek volgt hun activiteiten voor het grootste deel met instemming.