Barricaden
Bijeenkomsten en demonstraties volgen en na interventie van politie en leger worden er barricaden opgeworpen. In de nacht van 22 op 23 december geeft de gouverneur-generaal van Moskou, Doebasov, het bevel het vuur te openen op de opstandelingen.
Ongeveer 6000 gewapende arbeiders en andere actievoerders schieten terug met jacht-en legergeweren en pistolen.
De barricaden kunnen geen verzet bieden aan het zware materieel van de regeringstroepen en dienen eerder als beschutting. De opstandelingen opereren vervolgens in groepjes van een man of vier. Vanuit ramen en deuren en vanaf daken nemen ze eenheden die de tsaar trouw gebleven zijn, onder vuur en richten daardoor ook vrij gevoelige verliezen aan.
De situatie in Moskou wordt kritiek voor de autoriteiten en op 28 december komt het Semjonovski-garderegiment uit St. Petersburg aan per trein alsmede het Ladozjski-regiment uit Warschau. De spoorwegmensen op de lijn St. Petersburg-Moskou staken namelijk niet. Door deze aanvoer van versterkingen wordt de strijd beslist. Vervolgens besluit de Moskouse Sovjet op 1 januari 1906 de staking en de opstand te beëindigen. Het verzet in de deelstaat Presnja gaat nog enige tijd door. Na beëindiging van de opstand worden tal van deelnemers, die zich aan de regeringstroepen hebben overgegeven, ter plekke geëxecuteerd en anderen worden naar Siberië verbannen.
Tijdens de opstand zijn meer dan 1000 burgers om het leven gekomen.