Nobelprijs voor Lorentz en Zeeman
Hendrik Antoon Lorentz.
Pieter Zeeman.
STOCKHOLM, 10 december - De Nederlanders Hendrik Antoon Lorentz en Pieter Zeeman hebben gezamenlijk de Nobelprijs voor natuurkunde ontvangen.
Lorentz is vooral bekend geworden door zijn hypothese dat elk voorwerp dat beweegt, in de richting van de beweging een zekere samentrekking ondergaat. Uit dit verschijnsel, dat de Lorentz contractie wordt genoemd, trekt hij de conclusie dat de lengte van een voorwerp dat met de lichtsnelheid beweegt, tot nul zou moeten inkrimpen.
De lichtsnelheid is dus de bovengrens van alle materiële snelheden, veronderstelt Lorentz; een stelling waar Albert Einstein in zijn speciale relativiteitstheorie het bewijs voor zal leveren. Zeeman heeft ontdekt dat een magnetisch veld invloed uitoefent op de uitzending van spectraallijnen.
Dit Zeeman-effect, zoals het sindsdien wordt genoemd, duidt erop dat een magnetisch veld veranderingen teweegbrengt in de structuur van de atomen die straling uitzenden of absorberen.
Vanaf 1896 hebben Lorentz en Zeeman samen onderzoek verricht naar de invloed van magnetisme op stralingsverschijnselen. Voor dat onderzoek hebben zij de Nobelprijs ontvangen.