Olympische Spelen duren 5 maanden
PARIJS, 28 oktober - Als eerbewijs aan Pierre baron de Coubertin, grondlegger van de moderne Olympische Spelen, verkreeg Parijs de organisatie van de IIde Zomerspelen. Het domicilie van de Franse edelman smeerde het evenement uit over vijf maanden (20-5 tot 28-10) en ging veel te slordig en ongeînteresseerd te werk. Er deugde weinig van het verloop en de toeschouwers bleven weg.
De Spelen trokken 22 landen, waarvan Frankrijk het thuisvoordeel volledig uitbuitte. Het vergaarde het meeste goud (29) tegen 20 van de Verenigde Staten en 17 van de Britten. België, met 62 atleten aanwezig, kwam tot een score van achtmaal goud, zevenmaal zilver en vijfmaal brons. Het klasseerde zich daarmee als vierde. Nederland
Een marathonloper wordt verfrist.
trad, met 28 vertegenwoordigers, minder op de voorgrond: eenmaal goud, eenmaal zilver en driemaal brons.
De gestuurde twee roeide voor Nederland naar goud, met Brandt, Klein en Brockmann als bemanning. Stuurman Brockmann werd te zwaar bevonden voor de finale. Een onbekende Franse jongen van nog geen tien jaar nam in de eindstrijd zijn plaats in.
België onderscheidde zich bij het boogschieten, paardrijden (met onder meer verspringen voor paarden), roeien (zilver voor de acht), voetballen (derde) en waterpolo (tweede). De Belg Leon de Lunden behaalde goud bij het schieten op levende duiven, wat later werd afgeschaft.
De Amerikaan Alvin Kraenzlein blonk uit bij atletiek met goud op de 60 meter, het verspringen, de 110 en 200 meter horden. Het programma bevatte nummers en sporten als cricket (Engeland winnaar), croquet (Frankrijk), golf (VS), polo (GB), rugby (Frankrijk), tennis (GB) en touwtrekken (Zweeds-Deense ploeg). Door de veel te lange duur van de Spelen waren er tientallen incidenten, met onder meer een knallende ruzie tussen Amerika en Frankrijk over de Franse winnaar Michel Theato op de marathon. Hij zou hele stukken van het af te leggen traject hebben afgesneden.