Zomerwolken(1922)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 86] [p. 86] Late rozen Op haar verbroosde stammen Als luchters opgericht, De late rozen vlammen Veeg in het witte licht. Zij huiveren te ontwaken Voor de' éenen schrillen dag: De slaap beblost haar kaken Met halfbewusten lach, Als door den bleeken droomer Het leven even roodt -: In nadroom van den zomer? In voordroom van den dood? [pagina 87] [p. 87] Ontbloeien en versterven: Eén kort en schoon verwijl Den nageboren erven Van onbezinbaar heil - - Hoe komt het u te wezen In dit onzeker dal, Uw ouden hof omrezen Van stilsten wolkenval, Hoe komt het u te wezen Zoo zaliglicht gemoed, Als waart gij reeds genezen Van uwen vromen spoed, O pelgrim, nagebleven Uit veler zomers lust, Zoo moê van overleven, En nog niet na ter rust? Vorige Volgende