Zomerwolken(1922)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 84] [p. 84] Nacht In allicht bezinnen Houdt de nacht den adem in, Als na levenlang beminnen Liefde peinst op haar begin. Achter ijl-ontblaêrde Zwarte boomen, overal, Holle spiegel over de aarde, Staan de zuivre heemlen pal, Nauwlijks overreten Door het schijngeschamp Van der zonnen en planeten Dungekleurde bloemelamp. [pagina 85] [p. 85] Daar is geen ontkomen, Als aan lang ontweken plicht, Aan den alom waargenomen Weêrschijn van ziels aangezicht, Bleek en vlammeduister In het raggeteêr sameet, Den aionenouden luister Van heur luchtig manekleed. En als nooit gesmoorde, Nimmer uitgeslagen brand, Wanhoop zaliger dan woorden, Waanzin buiten elk verstand, Staan de gouden baken Harer oogen in den nacht - Liefdes onvervulde wake - Op haar eenzaamtrouwe wacht Vorige Volgende