Zomerwolken(1922)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 74] [p. 74] Ad virginem matrem Voor Jan Toorop naar aanleiding van een zijner Madonna-teekeningen. ‘Tusschen wake en droom geheven Boven lust en leed te zweven, Wiegt uw Onschuld onverlet Op de vleuglen onzer wijzen Waardoor smart en vreugde rijzen Tot gelijkgestemd gebed, Dat uw dagen en uw nachten Spant in éen verrukt verwachten Dat geen werklijkheid verwondt, Hart naar Gods raad uitgelezen Tot de proef van hope en vreezen Als nooit sterflijk hart doorstond. [pagina 75] [p. 75] Als een kind tot haar gebeden, Immer voor den Minnaar reede Als zijn dienstmaagd, als zijn bruid, Menschenkind geroepen zonder Voorbereiding tot het Wonder Dat al wonderen besluit, Woont ge in witte moederweelde Van geheimenisdoorkweelden Tuin van bloesemblinden Mei, In uw lichten bloei verzwegen Tusschen 't net der luide wegen Waar de wereld schimt voorbij. Storm en onweêr zwijgen boven 't Blanke zwijgen uwer hoven, En uw aandacht krenkt geen schaûw; Hagelslag en sneeuwjacht zinken In juweelen die verblinken Voor uw voet tot zoelen dauw. [pagina 76] [p. 76] Zon en maan en sterren dekken, Als zij langs uw aanschijn trekken, In aanbidding 't felle licht; En uw Bruîgom voor uw oogen Hult in teederheid betogen Zijn verterend aangezicht... Tusschen wake en droom gehever Boven lust en leed te zweven, Wiegt uw Onschuld onverlet Op de vleuglen onzer wijzen Waardoor smart en vreugde rijzen Tot gelijkgestemd gebed.’ Vorige Volgende