Verzen
(1898)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend
[pagina 26]
| |
[pagina 27]
| |
Wel vèr-weg bewustzijn,
Stem, die weent, hoe goed zou zijn:
Soms door lippen blijgekust zijn,
Soms door armen stilgesust zijn
Bij fel schroeien van vreugd en pijn....
Dragen zijn hart als volle schalen:
In witte handen brandend karmijn -
Niemand te weten om samen
Dronken te worden van hartewijn.
Dragen door al menscheborsten henen
Moede hoofd fier en hoog -
Weten geen borst om uit te weenen
Oogen droog....
Stille, gedweeë leven
Van zich wel willen geven,
Maar toch niet kunnen
Zich heel aan anderen gunnen.
|
|