Tusschenspelen(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 65] [p. 65] Dansliedje Vóor de maskers vallen, Laat ons weg zijn, lief, van 't feest! De oogen weten we alle, In wat mom zij gaan gevleesd... Weinig nieuw verrassen Brengt het lichten van den schijn Ons, vanjongs ontwassen Aan zijn argeloos domein... Thuis in de verkleedheid Van 't armzalig quiproquo, Rijk in de gereedheid Van ons trouw incognito, Door de amechtge stormen Van hun nooit vervulde onrust, Door hun uniformen Onverzaadlijk zatten lust, [pagina 66] [p. 66] Door de schelle vreugden, Door den aangeleerden rouw Van hun veile deugden, Van hun opgekochte trouw, Door al de oversture In haar ongezette tij Weifele figuren Van de duizle rondelij - - (Als door 't uit zijn voegen Lang geformuleerd heelal, Vierend zijn vernoegen In de voorbestemde val, Vogelvrij, onschenbaar, Op den pols van eigen tijd, Eeuwig ondoorkenbaar In dagklare heimlijkheid, [pagina 67] [p. 67] Door geen cijferreekning In zijn gouden spot getucht, Neemt naar eigen teekning 't Licht zijn allerweegsche vlucht): Gleed onze aardsche stonde, Uit der harten drang gevlerkt, De eigen zuivre ronde Ongemoeid en ongemerkt... De oogen weten we alle, In wat mom zij gaan gevleesd... Eer de maskers vallen, Maken wij ons weg van 't feest! Vorige Volgende