Tusschenspelen(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 56] [p. 56] Sonnet O bleekste god, met wien dit hart geen bond Mocht aangaan voor den onafzienbren duur Van zijn vertijdlijkt eeuwig avontuur, Nu (woord dat 'k nooit vergat en nooit verstond!) Deelt het met u zijn heimelijkste wond: Wascht macht van liefde al aarde en hemel puur, Dáar zwelt en breekt éen droppel alsemzuur, Die alles weêr vertroebelt en vergrondt... De wereld overwinnen valt niet zwaar Voor wie, als gij met elk inleven klaar, Tot alvergeven is gedoemd geweest... Maar o de breuk gemeen in god en man Die moet beminnen en niet haten kan: Wat in ons werd misdaan tegen den geest. Vorige Volgende