Tusschenspelen(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 51] [p. 51] Sonnet Onzienlijk aangezicht dat in mij weent Als van verraden vrouw, liefde bedrogen -: Niet betten kan 'k uw leedverschemerde oogen, Geen troost van kussen reiken tot waar steent Uw blinde mond... Stil, door de goê gemeent, In leedvermaak en eigendunk verlogen, Moet ik u redden naar Gods mededoogen, Arm, zonder hulp, met goed en bloed beleend... Geen mensch mag raden uwen bleeken nood, Die leven voor ons baren zal of dood - Vertrouw en lijd en geef u niet verloren. En bid als snoer wat mijn ervaring weet: Wordt elke menschevrucht in pijn geboren, De schoonste zijn voldragen al in leed. Vorige Volgende