Tusschenspelen(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 37] [p. 37] Emmaüs Bij het schilderij van Johannes Vermeer Zoo en niet anders ging het toe In Emmaüs: ik weet het hoe Hij vóor het breken van het brood Over zijn tranen de oogen sloot, En hun ontreddring hield gered Binnen de toevlucht van 't gebed, En nooit de scheelen heeft gelicht Vóor hij wegkwam uit hun gezicht... O oogen amper opgedoken Uit werelds donkersten afgrond, En die in minnen ongebroken Den schok van elken aanslag stondt, Van haat, verraad, en dood, en hel - En hier bezweekt in dit licht spel!... Niet voor het eerst word 'k ingeleid Tot dees diepste vertrouwlijkheid: [pagina 38] [p. 38] In den voortijdelijken droom Was ik hier al, gering atoom, Een schijnbaar waardeloos partiekel, Een ijl onschadelijk vehiekel Dat gaf in 't siddrend bekerglas, In 't tin van 't simpele teljoor De hijgende vervoering door Van 't hart dat in hen brandend was. Vorige Volgende