Tusschenspelen(1942)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 22] [p. 22] Meisje met dood vogeltje Musée des Beaux-Arts, Brussel Weet je nog van den anderen keer, Van de pijn die onbekend was: Hoe diep doorschrijnde 't eerste zeer Toen je aan geen zeer gewend was? Nu stak opeens een vreemde kou Tot heel in je hart je lijf door, Die 't vogeltje dat je troosten wou, In je bevende vingertjes stijf vroor... Wij deden ons best met woord en daad... Ook ons ging 't net als het jou ging: Een mensch gaat slecht met zichzelf te raad Van zijn eersten stap tot zijn trouwring. Wij werden gewaarschuwd vóor en na Tegen leed dat meer dan een traan nam - Wij leerden alleen bij eigen schâ De dingen waar het op aankwam. [pagina 23] [p. 23] Want leven is overleven, kind: Opkomen uit slaap, leed, doodspijn. En pas ervaring bate vindt Bij 't even flikkrend noodsein... Doe maar als had je niets gehoord! En leef naar eigen wijsheid. Daar is niets erger dan kindermoord Op den langen weg naar de grijsheid. Vorige Volgende