Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe (1932)

Informatie terzijde

Titelpagina van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe
Afbeelding van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de HogheToon afbeelding van titelpagina van Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (0.33 MB)

XML (0.07 MB)

tekstbestand






Genre

poëzie

Subgenre

gedichten / dichtbundel


© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe

(1932)–P.C. Boutens–rechtenstatus Auteursrecht onbekend

Vorige Volgende
[pagina 41]
[p. 41]

Acht-en-twintigste strofe

 
Altijd voelde ik, lief, me een kind van d'avond:
 
naar den heldren weemoed zijner oogen,
 
de innigkoele streeling zijner handen
 
ging mijn onbewust verlangen
 
onvoorwaardlijk hartdiep open,
 
en ik vond hem wachten aan het eind der dagen
 
als een kind dat van zijn spelen thuiskomt,
 
vindt zijn vader.
 
 
 
Niemand anders leerde van dit leven,
 
dezen luttlen en oneindgen rijkdom,
 
mij de zuivre vaste waarden:
 
nooit behield ik uit den buit der dagen
 
iets van 't vele dat zijn eerlijk zwijgen,
 
dat zijn onweêrsprekelijke glimlach
 
waardloos afwees...
 
 
 
Nooit nog bleef ik zóo lang met hem samen...:
 
hoeveel dagen is het nu al avond?...
 
want mijn handen steunen in uw handen,
 
en mijn oogen rusten in uw oogen,
 
maar als een wiens opgeheven aandacht
 
in twee droomen tegelijk zou zweven,
 
beiden even schoon en onbewijsbaar,
 
even werkelijk-onwerklijk,
 
ben ik al den tijd in zijn gemeenschap,
 
weggezonderd waar gij niet kunt komen,
 
in ijllichten blankgetenten vrede.
[pagina 42]
[p. 42]
 
En het weinge dat ik al dees jaren
 
meêdroeg als mijn liefgewonnen vreugden,
 
wat wij zonder schade deelden,
 
evenzeer uw eigen als het mijne,
 
al wat 'k achterlaat en meêneem,
 
straalt onaangetast in dit lang zwijgen,
 
bleekt niet voor den toets van zijnen glimlach, -
 
en daar is geen nood dat uwe dagen
 
ooit verblinden
 
wat mijn nacht niet dooven zal.

Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken