Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe(1932)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 23] [p. 23] Veertiende strofe O zegen van armoê, onuitputtlijk gemis!: naakt en nooddruftig, dorstig en hongrig zijn zoo vele jaren om in den einde bekleed te worden, gedrenkt en gevoed door deze zuivere, eeuwengeduldige, goddlijk genadige menschenhanden. Dit te voorweten is uitverkorenheid: nimmer aan ander bezit of verwachten prijs te geven den zaligen honger - dit te voorweten: wat vóor de wording van hemel en aarde voor mij besteld werd, mag ik ontvangen enkel als aalmoes uit zulke zuivere, eeuwengeduldige, goddlijk genadige menschenhanden. Vorige Volgende