Strofen en andere verzen uit de nalatenschap van Andries de Hoghe(1932)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina IX] [p. IX] Die van Uw liefde de belijders waren, Zij rusten allen met de martelaren. Al hare helden zijn in 't veld verbloed... Toch blijft in heel Uw weerld de zege hare. Orfi uit Sjiraz. [pagina XI] [p. XI] Strofen [pagina 1] [p. 1] Eerste strofe Aan sombren spiegel van zwoele wake drijven, geloken leliën, mijn oogen. Ik kan niet slapen: de geur der rozen wordt oppermachtig met den nacht. Ik zal niet stijgen tot luchten droomen: diep in haar schachten de vleugelpennen zijn zwaar en vochtig van reukig dauwen: de geur der rozen houdt mij neêr. Ik kan niet duiken naar donkren sluimer, ik kan niet zinken tot zwart vergeten: de geur der rozen omdwelmt mijn slapen: de geur der rozen houdt mij op. Vorige Volgende