Aan ***
Waarde Vriend,
...Zoo heb ik dan eindelijk de heuchelijke gelegenheid U in ruil voor den bundel handschriften, dien Gij mij indertijd toevertrouwde, deze kleine gedrukte verzameling te zenden, bevattende de beste gedichten van Uwen betreurden vriend. Ondanks vele moeilijkheden van schriftkundigen aard, die wij samen slechts bij lange tusschenpoozen, wanneer een langduriger ontmoeting mogelijk was, konden oplossen, lag de copie dezer verzen in den zomer van 1914 voor den drukker gereed. De tijdsomstandigheden waren oorzaak dat van de uitgave voorloopig niets kwam. Immers, zooals Gij U herinnert, was mijn eerste voornemen het boekje ter perse te leggen bij den Brugschen drukker Eduard Verbeke, die reeds meer bizondere uitgaven in kleine oplage voor mij bezorgde, zoowel van eigen werk als van andere voor mijn vriendenkring belangwekkende literatuurvoortbrengselen welke op geen andere wijze beschikbaar konden worden gesteld. Dit te betreuren uitstel heeft thans ten gevolge dat het werkje, tegen mijn eerste plan, publiek verschijnt. Doordat het zoo lang op zich heeft laten wachten, is mij van meest uiteenloopende zijden belangstelling voor zijn verschijning geuit, zoodat aan den éenen kant het vereischte aantal exemplaren te groot werd voor een bizondere uitgaaf en aan den anderen kant een publieke uitgave voor den ondernemer een niet al te schadelijk waagstuk geoordeeld mocht worden. Hoewel er weinig kans bestaat dat de verzen van Uwen vriend ooit populair zullen worden, zijn er in Nederland een genoegzaam aantal oprechte beminnaars van goede en eerlijke poëzie om een geleidelijken verkoop te waarborgen.
...Nog altijd gelden, naar Gij mij onlangs schreeft, voor U de