Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 237] [p. 237] Middagzee Vlakke middagzee plooit even Aan heur rand in vlotte reven Van het doode tij: Ruischingen als ademhalen, Die in langre stilten dalen, Murmelen voorbij. Lichtdoorvloeide neevlen kleuren Al de kimmen die zij beuren Bij het hemelsche gezicht, Dat de schepen die er gleeën Langs de verre stille zeeën, Zweven in 't verwolkte licht. Over wazen wallen henen Stort de zon in overlenen Stroomen klaren gloed; Van de stralen die zich wasschen In de grondelooze plassen, Stijgt een gouden vloed. Jonge ranke knapen waden Door de spiegelende baden, Zingend hand in hand, Naar waar neevlen openschijnen En de zuivre kusten lijnen Van een zalig land. Vorige Volgende