Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 235] [p. 235] Liefdes uur Hoe laat is 't aan den tijd? Het is de blanke dageraad: De diepe weî waar nog geen maaier gaat, Staat van bedauwde bloemen wit en geel; De zilvren stroom leidt als een zuivre straat Weg in het nevellicht azuur; En morgens zingend hart, de leeuwrik, slaat Uit zijn verdwaasde keel Wijsheid die geen betracht en elk verstaat, Vreugd zonder maat, Vreugd zonder duur... Hoe laat is 't aan den tijd? 't Is liefdes uur. Hoe laat is 't aan den tijd? De zon genaakt de middagsteê: In diepte van doorgloede luchtezee Smoort de akker onder 't bare goud; De vonken sikkel snerpt door 't droge graan; De schaduw krimpt terug in 't hout; In hemel- en in waterbaan Geen wolken gaan; Alleen de wit-doorzichte maan Blijft louter in het blauwe hemelvuur... Hoe laat is 't aan den tijd? 't Is liefdes uur. [pagina 236] [p. 236] Hoe laat is 't aan den tijd? 't Is de avond: in zijn rosse goud Wordt schoon en oud Der wereld dagehel gezicht; Snel aan den hemel valt het water van het licht; En al de windestemmen komen vrij; De laatste wagen wankelt naar de schuur; De dooden wenken aan den duistren Oostermuur; En boven glansbeloopen Westersche schans in groene hemelweî Straalt Venus' gouden aster open Zoo plotseling en puur... Hoe laat is 't aan den tijd? 't Is liefdes uur. Vorige Volgende