Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 229] [p. 229] Morgengeluk Hoe geluk klaart, diep en stil, Van door de ijle schaûw te gaan, Die in morgengroene laan Zon door dauwgedrenkte blaên Zeeft naast stralen geel en bloot - O geluk, zoo diep en stil, Als een kind dat lachen wil, Maar zijn vreugd is veel te groot. Licht als zon in schaduw ijl, Jonge lichaam in de wijl Van het luchtig weefsel leeft, Zoo op eigen lichtste maat Ziel die van verrukking beeft, In haar lijven kleede gaat, En het hart daartusschen slaat Als maar vogel zingen mag Tusschen dageraad en dag. Laat mij leven tot dat uur Dat voor altijd buur en buur, Ziel en hart en lichaam scheidt Van dees gulden mooglijkheid Tot geluks drie-eenigheid. Vorige Volgende