Stemmen(1907)–P.C. Boutens– Auteursrecht onbekend Vorige Volgende [pagina 209] [p. 209] Meeuwen Rond wak golfdonker in ijsblink kanaal Sneeuwt uit het open tintelblauw De vlucht der meeuwen, een verdoolde praal, Met schreeuwen scheller in de gouden koû. Daar, voor het wintergrauwe land, Ruischt avondlijke zomerzee, Vervuld geluk breekt met de branding meê: Ik heb u weêr aan haar ontijdig strand. - Dit weet ik wel van kind afaan, Dat dood of leven nooit zoo diep verstillen zal, Of ik zal hooren bij den avondval Den roep der meeuwen over donkerbloede waterbaan... En zal bewustzijn dan als nu Uitschieten als een ranke plant En vangen ver in levens land Haar bloem in u? Vorige Volgende